vloerverwarming header
Opvoeding

Welke testen kan je tijdens de zwangerschap laten doen?

“Als het maar gezond is” zul je heel vaak voorbij horen komen. Maar is dat wel zo? En zo nee, wil je dit dan weten? Veel keuzes waar je over na moet denken als je zwanger bent. Een hele persoonlijke keuze, met voor voors- en tegens. Iedereen heeft zo zijn eigen redenen om wel of niet voor bepaalde testen tijdens de zwangerschap te kiezen. Lees je mee welke keuzes je hebt?

Nordvpn banner

Bloedonderzoek

Dit wordt altijd gedaan bij het eerste bezoek aan de verloskundige. Er worden een aantal buisjes bloed afgenomen en doorgestuurd naar het laboratorium. Dit gebeurt voor de 13e week van de zwangerschap. In het laboratorium wordt je bloed onderzocht op infectieziekten (hepatitis B, syfilis en hiv), bloedgroepen (ABO, Rhesus D en Rhesus C) en antistoffen tegen bloedgroepen (Rhesus D-negatief, Rhesus C-negatief). Vaak wordt ook gekeken naar bloedsuiker en bloedarmoede. De uitslagen van dit onderzoek krijg je van de verloskundige.

Combinatietest of NIPT test.

Door deze testen tijdens de zwangerschap kan achterhaald worden hoe groot de kans is dat je kindje down-, edwards- of pataussyndroom heeft.

Downsyndroom: een verstandelijke beperking, bij de een ernstiger dan de ander, hier valt van te voren niets over te zeggen. Vaak hebben mensen met down ook medische (meestal goed te behandelen) problemen. De gemiddelde leeftijd van mensen met down is tegenwoordig 60 jaar. Wel hebben ze hun hele leven begeleiding nodig.

Edwardssyndroom en pautusyndroom: dit zijn beide zeer ernstige aandoeningen. Kindjes met een van deze twee aandoeningen zijn zwaar verstandelijke beperkt. De meeste kindjes overlijden al tijdens de zwangerschap of kort na de geboorte, mochten ze dit wel overleven is de levensverwachting bijna nooit ouder dan 1 jaar.

Deze aandoeningen hebben invloed op de rest van je leven, en zeker op het leven van je kind. Belangrijk is om van te voren goed na te denken wat je wel en niet wilt weten. Wat zijn de gevolgen van zo’n test? Stel dat eruit komt dat je kindje misschien een van deze aandoeningen heeft, dan is een vervolgonderzoek nodig. De kans bestaat dat je voor heel moeilijke keuzes komt te staan. Stel dat de uit vervolgonderzoeken komt dat je kindje de aandoeningen heeft: ga je de zwangerschap dan afbreken? Wil je die keuze überhaupt maken? En andersom kan natuurlijk ook, als er niets uit de test komt is dit geen garantie op een gezond kindje. Als je ervoor kiest om wel een van deze testen te doen heb je keuze uit deze twee:

  • Combinatietest: een bloedonderzoek bij de zwangere en een echo-onderoek van het kindje (met nekplooimeting), tussen de 9e en 14e week van de zwangerschap. Deze test geeft geen risico op een miskraam. Er zijn twee uitslagen: “U heeft een verhoogde kans” of “U heeft geen verhoogde kans.” Zekerheid is er dus allerminst. Een verhoogde kans kan 1 op 100, 1 op 50 of 1 op 20 zijn. Om hierover mee te weten te komen is dus een vervolgonderzoek nodig.
  • NIPT: ook een bloedonderzoek zonder risico op een miskraam. De test kan gedaan worden vanaf de 11e week. Het laboratorium kan via een beetje erfelijk materiaal van de placenta onderzoeken of er aanwijzingen zijn dat je kindje down-, edwards- of patausyndroom heeft. De NIPT test kan ook andere aandoeningen vinden: nevenbevindingen. Daar zijn veel verschillende soorten van, heel ernstig tot minder ernstig. Van de 1000 zwangeren die een NIPT test doen willen er ongeveer 4 weten of er nevenbevindingen zijn gevonden.

    Als je meer informatie wilt over die nevenbevindingen is er een vruchtwaterpunctie of vlokkentest nodig. De NIPT test is niet voor iedereen geschikt, bij sommige medische redenen kan het zijn dat de uitslag niet betrouwbaar is. Ook bij tweelingzwangerschappen is de NIPT niet altijd geschikt. De uitslagen die je kunt krijgen zijn: “U bent mogelijk niet zwanger van een kind met down-, edwards- of patausyndroom,” “U bent mogelijk wel zwanger van een kind met down-, edwards- of patausyndroom.” Als de uitslag niet afwijkend is klopt dit meestal, 1 op de 1000 zwangeren met een niet afwijkende test kregen toch een kindje met een aandoening. Bij een afwijkende test is dit 10 op de 100 vrouwen in het geval van down- of edwardssyndroom en 50 op de 100 vrouwen bij het patausyndroom.

De 20 weken echo

Dit is het meest voorkomende onderzoek die veel zwangere vrouwen (vaak zonder na te denken) wel ondergaan. Belangrijk is om te beseffen dat dit geen pretecho maar een medisch onderzoek is. Waar naar gekeken wordt zijn de volgende punten:

  • Open rug
  • Open schedel
  • Klompvoet
  • Lipspleet
  • Hartafwijkingen
  • Nierafwijkingen
  • Buikwanddefect
  • Breuk of gat in het middenrif
  • Ontwikkeling van de botten.

Ook dit onderzoek geeft geen garanties. Als op de echo een afwijking wordt geconstateerd is ook hier aanvullend onderzoek nodig. Dit kan veel onzekerheid met zich meebrengen. Bedenk je dus van tevoren hoe ver je wilt gaan.

Wel of geen testen tijdens de zwangerschap?

Het is aan jou. Praat erover met je partner en verloskundige. Waar voel jij je prettig bij? Komen er misschien in je familie aandoeningen voor waardoor de kans hier op groter is? En zou je dit dan willen weten? Ben je in staat om eventuele hele moeilijke beslissingen te nemen of zie je wel hoe het komt? Er kan maar een iemand de keuze maken, en dat ben jij. Dus ga jij voor testen tijdens de zwangerschap?

Lees ook: Hoe werkt een DNA vaderschapstest?

dakkapel header
error: Inhoud is beschermd!